Medewerkers in de metaalsector en bouwvakkers zijn van alle beroepen gemiddeld het vaakst betrokken bij een bedrijfsongeval. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), dat samen met TNO onderzoek deed naar arbeidsomstandigheden.
In 2015 bleef 5,1 procent van de metaalarbeiders of machinemonteurs wel eens een dag thuis nadat ze betrokken waren geweest bij een ongeluk op de werkplek. Bij bouwvakkers kon 4,8 procent van de werknemers wel eens een of meer dagen niet werken als gevolg van een bedrijfsongeval.
Gemeten over alle sectoren bleef 1,4 procent van de werknemers wel eens een of meerdere dagen thuis na een ongeluk op het werk. Andere beroepen waarin werknemers bovengemiddeld 'gevaar' lopen zijn onder meer slagers, chauffeurs, bedieners van mobiele machines en tuinders, akkerbouwers en veetelers.
Werknemers in de bouw en metaal spreken hun collega's overigens ook het vaakst aan op onveilig of ongezond werken. Elektriciens en elektronicamonteurs waarschuwen elkaar daarbij het vaakst van allemaal.
Uit het onderzoek kwam verder naar voren dat mannen door de bank genomen vaker een gevaarlijk beroep hebben dan vrouwen. In negen van de tien beroepsgroepen waarin het vaakst ongelukken gebeuren zijn meer mannen dan vrouwen werkzaam.
De Volkskrant, 19 juli 2016